Het bemesten van een bonsai naar mijn mening het meest besproken onderdeel van de bonsaikunst. Er zijn diverse soorten preparaten op de markt verkrijgbaar. Zonder enige kennis van zaken is het moeilijk te begrijpen waarvoor ze allemaal dienen. Vaak is dat dan ook de reden om maar helemaal niet te bemesten. Immers kunnen er dan ook geen fouten worden gemaakt.
Juist door het toepassen van een goede gerichte bemesting ontstaat er met verloop van tijd een sterke boom. Ook bij de taxus is dit niet anders dan bij een pinus (den) of jeneverbes of welke bonsai dan ook. Besluit men dan toch om tot bemesten over te gaan, word vergeten dat herhaling en regelmaat een grotere rol spelen bij bemesten dan de keuze voor de juiste meststof.
Het heeft geen enkele toegevoegde waarde om te bemesten zonder dat er sprake is van een regelmaat waarmee men bemest. Eenvoudig realiseerbaar en bijzonder effectief is het toedienen van meststoffen op een bepaalde dag.
Kies hiervoor een dag uit in de week, veertien dagen of maand en houd deze aan als leidraad. Wijk daarvan niet af door de ene keer op een zondag te bemesten en de andere week op een dinsdag.
Vergeet eveneens de stand van de maan niet, bij voorkeur opkomende maan. Voor velen een wazig thema maar ook hier loont het zich om u zich erin te verdiepen.
De theorie achter bemesten
Een Bonsai behoort niet tot de categorie bomen, die grote hoeveelheden meststoffen nodig hebben om zo een grote opbrengst te krijgen, zoals dit bij bijvoorbeeld fruitbomen het geval is.
Volledig zonder meststof kan een Bonsai eveneens niet. Toch leven er nog veel misverstanden omtrent het onderwerp bemesten.
Zo zijn er nog altijd mensen die op zoek zijn naar een Bonsaimest.
Dat Bonsaimest niets anders is dan de naam die de commercie bedacht heeft, is bij velen niet bekend. Er bestaat dus ook geen rozenmest, buxusmest en ga zo maar door.
Bij de keuze van een meststof komt het op een juiste dosering van werkzame bestanddelen aan die een plant, of een boom nodig heeft om zijn groei dan wel zijn ontwikkeling te bevorderen. Deze werkzame bestanddelen vormen samen de meststof.
Werkzame bestanddelen
Iedere goedgekeurde, of toegelaten meststof, moet voorzien zijn van het stempel met de letters NPK. Ontbreekt dit stempel, laat dan de meststof staan. Een korte beschrijving van de bestanddelen NPK:
– N is het scheikundige symbool voor Stikstof;
– P staat voor Fosfor;
– K staat voor Kalium.
Daarnaast bevatten de meststoffen nog een reeks aan sporenelementen. Dit zijn stoffen die in een uiterst lage doseringen aanwezig zijn.
Denk aan borium (B), molybdeen (Mo), mangaan (Mn), koper (Cu), zink (Zn) en ijzer (Fe).
Het gaat te ver om al deze sporenelementen uitvoerig in dit subhoofdstuk onder de loep te nemen.
Terug naar de werkzame bestanddelen NPK en hun werking:
– Stikstof (N) wordt door de boom opgenomen en zorgt voor algemene groei.
– Fosfor (P) zorgt o.a. voor de knopontwikkeling en de eventuele bloei.
– Kalium (K) zorgt er o.a. voor dat de takken goed afharden. De boom krijgt hierdoor een betere opbouw van het “skelet”, voor zover er sprake kan zijn van een skelet.
Elk van deze bestanddelen ondersteunen ieder apart dan wel gezamenlijk een deel in de ontwikkeling van de plant of boom.
Door nu te variëren in de doseringen met deze elementen valt met grote nauwkeurigheid een plant of een boom in zijn ontwikkeling te beïnvloeden (sturen). Meststoffen worden dan ook niet anders dan in de juiste dosering, het juiste jaargetijde en het juiste groeiritme aangepast en toegepast.
Doel van het bemesten
En zeer vaak gestelde vraag in de Bonsaikunst is wel: “Hoe moet ik mijn Bonsai bemesten?“.
U zult wellicht begrijpen dat deze vraag niet eenvoudig te beantwoorden is.
Eigenlijk moet u de vraag anders stellen namelijk:
“Wat is het doel dat ik bereiken wil met het bemesten? “
Voorbeeld 1: Ik wil een boom (meer) laten groeien.
Stel ik ben in het bezit van een Bonsai die nog in de opbouwfase zit.
Het enige doel dat ik voor ogen heb is het laten groeien van zowel stam als takken zodat er een gezonde boom ontstaat waarin ik zonder vrees kan snoeien en stileren.
We hebben net gezien dat Stikstof (N) zorgt voor een algemene groei.
Dus we kiezen een meststof waarbij de NPK waarde N verhoudingsgewijs hoog ligt vergeleken met de andere elementen. We kiezen dan bv. 15-10-6 (NPK).
Voorbeeld 2: Ik wil een boom overwinteren.
Om de boom goed te kunnen overwinteren dient de boom afgehard te zijn. Met ander woorden, de groei moet stoppen, de knoppen moeten in goede conditie zijn en de boom moet voldoende reserves hebben om de winter te kunnen doorstaan. De voedingstoffen moeten in de stam en het wortelstelsel afzakken waar ze een voorraad vormen voor het komende voorjaar.
In dit voorbeeld heeft het dus geen enkele zin om kort voordat de winter begint te bemesten met een meststof met de NPK waarden 15-10-6.
De relatief hoge Stikstof (N) zorgt immers voor groei en dat is nou net niet wat we willen. Beter zou een meststof zijn met een relatief hoog Kalium (K) en een zeer lage Stikstof (N) bijvoorbeeld NPK 3-5-26.
Kortom:
Vraag niet: “Hoe moet ik mijn Bonsai bemesten?”
maar
Stel uzelf de vraag: “Wat is doel wat ik met de bemesting bereiken wil?”.
Er zijn tal van combinaties van NPK waarden (samenstellingen) te bedenken. Helaas vraagt iedere Bonsai om een andere manier van bemesten. Simpelweg om het feit dat geen enkele Bonsai gelijk is.
Zo verdraagt een Picea (Spar) bemesten slecht. Een Taxus daarentegen lust er wel pap van.
Dat bemesten van een Bonsai onontbeerlijk is weten we nu maar: Weet waarvoor u het bemesten inzet. Afsluitend mijn vraag aan u: “Kun je dus de zogenaamde Buxusmest inzetten voor het bemesten van Bonsai”.
U mag het zeggen.
Wanneer met bemesten beginnen?
Bemesten zou het hele jaar door kunnen gebeuren, waren daar niet de 4 jaargetijden. Doorgaans begint men te bemesten in het voorjaar wanneer de sapstroom weer op gang gekomen is en eindigt in de herfst.
Anders gezegd: Maart t/m Oktober.
Voor degenen die in het bezit zijn van een verwarmde kas kan dit duidelijk afwijken.
Helaas is het weer in dit kikkerlandje nog altijd de beperkende factor. Kijk niet op de kalender maar naar de weersomstandigheden en observeer de boom.
De maand Oktober is bijzonder belangrijk
Vaste of vloeibare meststoffen?
Ze kennen alle twee hun voor- en nadelen. Vaste meststoffen ook wel organische meststoffen, komen traag op gang (liggen lang) en hun werking is langdurig.
Het trage karakter wordt veroorzaakt door het feit dat dierlijk materiaal tussen beiden komen moet om de meststof als het ware hapklaar te maken voor de boom. Vervolgens moeten de werkzame bestanddelen oplossen in water. Pas daarna is de boom instaat ze uit de grond te filteren.
Daarmee is ook het moeilijk doseren van vaste meststoffen verklaart.
Vloeibare meststoffen, ook wel chemische meststoffen, moeten in water worden opgelost (of zijn daarin inmiddels opgelost) en worden met de watergift meegegeven. Naar verhouding kennen ze een snelle werking.
Doordat ze met de watergift toegediend worden spoelen ze sneller uit waardoor er vaker bemesting toegediend moet worden.
Door de hoge frequentie van toedienen ligt het gevaar van verzouten van het grondmengsel op de loer. Er blijft telkens wat meststof achter.
Het grote voordeel ligt daarentegen in hun zeer nauwkeurige dosering.
Kiest men voor de vloeibare vorm, bemest dan eens in de 1 a 2 weken (afhankelijk van de boomsoort en de weersomstandigheden).
Hou daarbij dezelfde dag van toedienen aan. Hierdoor ontstaat een bepaald ritme dat een gunstige uitwerking heeft op de boom.
Bomen die nog getraind moeten worden kunnen zondermeer wat “zwaarder” bemest worden dan reeds gevormde bomen.
“Zwaar” bemesten van een reeds gevormde bomen kan zich nadelig op naalden, bladeren of internodiën uitwerken. Nog steeds bestaan er geen vaste regels, helaas, door ervaring zal kennis hierin opgedaan moeten worden.
Iedere boom reageert anders op toediening van meststoffen.
Bladbemesting
Deze vorm van bemesting wordt veel toegepast binnen de Bonsaikunst zij het met name door de wat ervarene Bonsailiefhebber.
Bij bladbemesting wordt de meststof opgelost in water en rechtstreeks op het blad/naalden vernevelt.
De meststoffen worden zeer snel opgenomen en ontlasten hierbij het wortelstelsel. Als gevolg hiervan kunnen sneller haarwortels gevormd worden.
Gebruik concentraties van 0.05 % tot 0.1 % (0,5g op 1 ltr water) en vernevel dit over de boom. Is de boom aan bladbemesting gewend dan kunnen er doorgaans zwaardere concentraties gebruikt worden zonder dat de boom hier schade van ondervindt. Elke in water oplosbare meststof kunt u hiervoor inzetten.
Blademesting NOOIT toepassen:
- wanneer de boom in de volle zon staat;
- wanneer de boom in de volle zon staat;
- op een Picea. De picea reageert erop als op het verschijnsel zure regen. Hij laat zijn naalden zonder meer vallen;
- wanneer de luchtvochtigheidsgehalte aan de lage tot zeer lage kant is;
- vlak voor een regenbui;
- vlak voordat de zon opkomt of zich er veel douw vormt.
Tip: Pas eens bladbemesting toe in de vorm van Visemulsie.
Deze van visafval gemaakte meststof geeft zeer goede resultaten.
Nadeel is de stank dus pas op dat u de oplossing niet in uw kleding krijgt.
Verbranden
De term “verbranden” wordt graag gebruikt zodra er sprake is van bemesten.
Maar wat gebeurt er nu precies bij verbranden?
Meststoffen, in welke concentratie dan ook, zijn niets anders dan een hoeveelheid zouten. Op het moment dat de concentratie zouten te hoog word in het grondmengsel, onttrekt het zout, water uit zijn directe omgeving. Dat kan water zijn tussen de korrels van het grondmengsel maar ook celvocht van de haarwortels. Deze haarwortels, de uiterste uiteinden van de wortels, zijn in staat voeding, water, lucht etc. uit hun omgeving op te nemen. Doordat het zout, de mest dus, celvocht onttrekt uit de haarwortels, drogen de haarwortels uit en sterven ze af. De boom heeft desondanks water nodig om de bladeren, dan wel zijn naalden, te kunnen verzorgen.
Gevolg: door het tekort aan water, immers kan de boom door de dode cellen geen water meer opnemen, verwelken de bladeren, of verkleuren de naalden en vallen tenslotte af. Het verbranden dus.
Het is heel goed mogelijk dat het grondmengsel vochtig aanvoelt maar het zoutgehalte in het grondmengsel dermate hoog dat de boom toch de verschijnselen van het verbranden vertoont.
Tip: uw Bonsai of Pre-Bonsai kan niet “verbranden” wanneer u voorafgaande aan het bemesten zorgt voor voldoende water
in de wortelkluit. Vooraf water geven dus.
Algemene bemesting tips
- Organische meststoffen, geven hun werkzame bestanddelen pas af bij een temperatuur die hoger ligt dan 15 graden C.
- Pas opgepotte of verpotte bomen worden niet eerder dan 6 a 8 weken na het oppotten weer bemest op hun wortelstel;
- Zieke of zwakke bomen worden niet bemest.
- Bemest NOOIT bomen die in een droog grondmengsel staan.
Vogels zijn grote liefhebbers van organische meststoffen vanwege het dierlijk voedsel dat zij erin kunnen vinden. Op hun zoektocht kunnen vogels grote schade aanbrengen aan het aardoppervlak. Dek het oppervlak af met een stukje gaas.
Gebruik hiervoor groen geplastificeerd gaas, dan valt het in het mos niet op en het mos kan er ongehinderd doorheen groeien.
Organische meststoffen zijn gemakkelijk te combineren met chemische meststoffen en bladbemesting. Dit vereist echter de nodige ervaring.